Jeremy - MPA patiënten, VK
Doorgaans doen uw artsen een combinatie van tests en nemen ze uw medische geschiedenis mee (uw symptomen en wat er met u is gebeurd) bij het stellen van de diagnose AAV. De aanwijzing die vaak leidt tot een juiste diagnose, is wanneer meerdere bloedvaten in verschillende organen aangetast zijn en tot een scala aan symptomen leiden.
Bloedonderzoek
Urine-onderzoek
Beeldvormende procedures
Biopsie (ook wel histologisch onderzoek genoemd)
Als u comorbiditeiten hebt (andere ziekten of aandoeningen naast AAV), past uw arts de dosis van sommige behandelingen misschien aan en/of controleert hij u gedurende een bepaalde tijd nauwlettender. Het kan helpen om te bespreken met welke klachten uw andere aandoeningen of de behandeling daarvan gepaard gaan, zodat u die kunt onderscheiden van tekenen die aangeven dat uw AAV actief is en om mogelijke terugvallen in AAV zo snel mogelijk op te merken.1
Literatuurverwijzingen en voetnoten
Jeremy - MPA-patiënt, VK
Er zijn twee verschillende ANCA-auto-antistoffen die zich ontwikkelen bij mensen met AAV. Die ontwikkelen zich tegen één van de twee volgende eiwitten: proteïnase 3 (PR3) en/of myeloperoxidase (MPO).1
PR3 en MPO worden normaal gesproken aangetroffen in neutrofielen, maar als ze daarbuiten worden aangetroffen, kunnen ANCA aan ze binden en de neutrofielen activeren. En dat leidt tot schade.1 Een bloedtest wordt gebruikt om te kijken of een van deze auto-antistoffen in uw bloed aanwezig is. Dit is de belangrijkste test die uw arts doet, om te kijken of u AAV hebt.2,3
Ontdekken of de ANCA auto-antistoffen specifiek zijn voor PR3 of MPO kan uw artsen helpen om beter te begrijpen wat het mogelijke effect van uw aandoening is en hoe waarschijnlijk het is dat u een terugval krijgt.2 Het kan ze ook helpen bij de keuze welke behandeling het meest geschikt is voor u.3
Literatuurverwijzingen en voetnoten
Maresa – GPA-patiënt en Kai (mantelzorger), Duitsland
Testen op ANCA-auto-antistoffen in het bloed helpt bij het stellen van de diagnose van 3 vormen van AAV: GPA, MPA en EGPA. Ongeveer 8 op de 10 mensen met GPA en MPA, en zo'n 4 op de 10 mensen met EGPA hebben detecteerbare concentraties ANCA.1 Om ANCA in uw bloed op te sporen, laten uw artsen eerst een bloedonderzoek doen, dat in een laboratorium wordt gedaan.
Deze tests zijn weliswaar bijzonder nuttig, maar het is belangrijk om te weten dat ANCA ook wordt aangetroffen bij mensen met andere ziekten, zoals chronische infecties. Daarnaast hebben sommige mensen met GPA of MPA geen detecteerbare concentraties ANCA, en hun arts stelt dan een diagnose op basis van het klinische beeld (een beoordeling van alle testresultaten en gegevens over symptomen).
Meer informatie over het
belang van ANCA
Tekenen van ontsteking (bekend als ontstekingsmarkers) worden doorgaans in het bloed gedetecteerd. Uw artsen kijken hier doorgaans naar door de bezinkingssnelheid van uw bloedcellen te meten. Daarmee wordt aangetoond hoe snel de vaste deeltjes in uw bloed zich in een reageerbuis bewegen. Ook kijken ze naar uw gehalte aan CRP (C-reactief proteïne: een type proteïne dat in grotere hoeveelheden in de lever wordt geproduceerd als er sprake is van een ontsteking).
Hoewel de resultaten van deze tests ontstekingen in uw lichaam kunnen aangeven, zeggen die niets over welk type ontsteking u hebt. Dus op zichzelf zijn ze niet genoeg voor uw artsen om de diagnose AAV te kunnen stellen.
Als uw artsen vermoeden dat u een nierziekte hebt, dan onderzoeken ze met behulp van een bloedonderzoek hoe goed uw nieren werken. Doorgaans wordt hierbij gekeken naar uw gehalte aan creatinine (die spieren voorzien van energie) en ureum (het belangrijkste afvalproduct van proteïnen). Als een van beide hoger dan normaal is, kan dat erop duiden dat uw nieren ze na gebruik niet correct verwijderen, en dat uw nierfunctie verstoord kan zijn.
Het is belangrijk dat urine regelmatig wordt onderzocht, zodat kleine veranderingen in ureum en creatinine zo snel mogelijk kunnen worden gedetecteerd, en nierschade tot een minimum kan worden beperkt.
Urine-onderzoeken zijn de gemakkelijkste manier om te zien of er sprake is van een aan vasculitis gerelateerde ontsteking in de nieren. De urine wordt doorgaans onderzocht op rode bloedcellen en proteïne.
Met beeldvorming kunnen medische zorgverleners de binnenkant van uw lichaam scannen, zodat ze kunnen nagaan welke delen aangetast zijn door AAV. Voorbeelden van beeldvormende procedures die u kunt ondergaan, zijn onder meer röntgenfoto's van de borst en/of CT- of MRI-scans, bronchoscopieën (met een camera in de luchtwegen/longen kijken) en neusendoscopieën (ook met behulp van een kleine camera).
Dit is een procedure waarbij een klein stukje weefsel wordt verwijderd (bijvoorbeeld uit uw nier, long, neusholte of huid) om onder een microscoop te onderzoeken. Dat kan helpen om uw diagnose te bevestigen en/of aan te tonen of AAV zich naar deze delen van uw lichaam heeft verspreid. De biopsie helpt uw arts bij de keuze voor de beste behandeling voor u.
Wanneer u in het ziekenhuis aankomt, moet u waarschijnlijk een bloedonderzoek laten doen
Misschien hebt u een drukkend gevoel als de biopsie wordt afgenomen
Na de biopsie moet u misschien een scan ondergaan
U kunt last krijgen van blauwe plekken en een doffe pijn op de plek waar de biopsie is uitgevoerd
De meeste patiënten gaan dezelfde dag nog naar huis. Maar soms is, afhankelijk van waar uw biopsie is afgenomen, bedrust nodig. Uw arts zal u hierover adviseren
Zorg ervoor dat uw arts weet welke medicatie u inneemt
Controleer de plek van uw biopsie regelmatig en neem onmiddellijk contact op met uw arts als u zichtbare symptomen opmerkt of veranderingen in hoe u zich voelt
Als u comorbiditeiten hebt (andere ziekten of aandoeningen naast AAV), past uw arts de dosis van sommige behandelingen misschien aan en/of controleert hij u gedurende een bepaalde tijd nauwlettender. Het kan helpen om te bespreken welke bijwerkingen met uw andere aandoeningen gepaard gaan, zodat u die kunt onderscheiden van tekenen die aangeven dat uw AAV actief is en om mogelijke terugvallen in AAV zo snel mogelijk op te merken.1